Straatpastor Femke Post heeft geen agenda
Bijna acht maanden is Femke Post nu als straatpastor actief in Leiden. Sinds ze in november vorig jaar een maand meeliep met de vorige pastor Folly Hemrica, is ze voor veel dak- en thuislozen een vertrouwd gezicht geworden. Ze vertelt over wat haar inspireert en waardoor ze in haar werk geraakt wordt.
door Karin van Dorsselaer, redactielid van het Leids Kerkblad
‘Laatst vroeg iemand aan mij: “Jij bent toch de Evangelist van de Binnenvest?”’, zegt Femke met een glimlach. ‘Zo voel ik mij niet, al is het wel een mooie aanduiding. Maar ik ben er niet om zieltjes te winnen. Mijn geloof draag ik vooral uit door er gewoon te zijn, niet door er te pas en te onpas over te beginnen.’
Er hoeft maar dát te gebeuren
Tijdens de gesprekken die Femke voert, tijdens de lunch in het sociaal pension, bij het avondeten in de Nieuwe Energie, of zomaar op straat, merkt Femke keer op keer dat dé dakloze niet bestaat. ‘Iedereen heeft zijn eigen verhaal. De één heeft psychische problemen, de ander loopt in een pak en heeft een baan, maar heeft ondertussen door tegenslag wel al zijn zekerheden verloren. Voor al die mensen wil ik proberen om er te zijn. Ik denk vaak: er hoeft maar dát te gebeuren of ik zou daar ook kunnen zitten. Mensen onderschatten dat vaak.’‘Mijn drijfveer is het gevoel dat we allemaal broeders en zusters zijn, ongeacht de wending die ons leven genomen heeft. We zijn allemaal kinderen van dezelfde vader.’ Vanuit die gedachte treedt Femke Post de dak- en thuislozen in Leiden met grote openheid tegemoet. ‘Daarbij heb ik geen vaste agenda. Dat is een belangrijk verschil met de hulpverlening. Daarbij is er altijd een doel en een bepaald tijdskader. Dat is logisch, maar daarom is het juist mooi dat ik daarop een aanvulling kan bieden door mensen de ruimte te bieden om hun verhaal te doen.’
Dat levert mooie ontmoetingen op, vertelt Femke. ‘Zoals laatst met een vrouw die ik niet eerder bij de Nieuwe Energie had gezien. Ik ging gewoon bij haar zitten. Haar eerste reactie was: “O, een straatpastor… Daar heb ik geen behoefte aan!” Maar vervolgens hebben we toch ruim anderhalf uur met elkaar gepraat. Over haar leven en wat haar bezighoudt. Ik heb geen pasklare oplossingen voor haar problemen, maar ik hoop dat ik door te luisteren toch wat licht kan brengen in haar leven.’
Bijspringen als het nodig is
Het motto van de Bakkerij, ‘helpen waar geen helper is’, is Femke op het lijf geschreven. ‘Als het nodig is, spring ik bij. Het kan iets kleins zijn, dat voor hen van groot belang is. Zoals meegaan naar een arts in het ziekenhuis als iemand daar erg tegenop ziet. Of aangifte gaan doen bij de politie, als iemand bang is niet serieus genomen te worden. Soms help ik ook door een brief te schrijven of de weg te wijzen naar een hulpverlener die bij een specifiek probleem kan helpen.’‘Met sommigen heb ik inmiddels een sterke band opgebouwd. Bijvoorbeeld een jongen die ik op één van de eerste dagen leerde kennen. Hij stond koffie te schenken bij de Nieuwe Energie. Met hem heb ik de afgelopen maanden veel gepraat. Over de loop die zijn leven genomen heeft, zijn ouders, zijn dochter, zijn verslaving en zijn worsteling om af te kicken.‘
Samen de onmacht verdragen
Op de laatste zondag van de maand is er een viering in de Bakkerij, waar een min of meer vaste groep van zo’n 10 tot soms wel 30 mensen samenkomt. Daarnaast is er eens per week een gespreksgroep. ‘Die begint steevast met de vraag “Hoe gaat het met je?” Een simpele vraag, die vaak enorm veel losmaakt.’ Eén van de dingen die voor Femke belangrijk zijn, is mensen te helpen om hoop te houden. ‘Samen de onmacht verdragen. Mensen oprapen en helpen om zich weer trots te voelen. Ze laten merken dat ze er echt mogen zijn, dat er iemand is die hun verhaal kent.’
Leids Kerkblad, nummer 6, juni 2019